Blogs uit diverse windstreken
Door Ernst Peter Oosterbroek
Stad en Land
Mijn hele leven tot nu toe heb ik in de stad gewoond. Toch vormen ruilverkaveling en landinrichting een rode draad in mijn bestaan.
Mijn vader werkte vroeger bij de Cultuurtechnische Dienst (CD). Hij was onder andere actief in de herverkaveling Zeeland, de grootschalige gebiedsinrichting na de watersnood van 1953. Als hij thuis over zijn werk sprak had hij het geregeld over 'De Zak'. Dat was minder ernstig dan het klinkt. Hij bedoelde daarmee het herverkavelingsproject 'Zak van Zuid-Beveland'. Als civiel ingenieur bij de CD hield hij zich bezig met het aanleggen van wegen in ruilverkavelingen. Bij uitstapjes in het weekend en vakanties kwamen we regelmatig in ruilverkavelingsgebieden verspreid over het land. "Dit is een ruilverkavelingsweg" en "Dit is een ruilverkavelingsboerderij" zijn uitspraken die ik mij herinner als de dag van gisteren. Het waren de 'heroïsche jaren van de ruilverkaveling', zoals beschreven door Gerrie Andela in haar boek 'Kneedbaar landschap, kneedbaar volk'. Een feest van herkenning.
Met de invoering van de Landinrichtingswet in 1985 veranderde de benaming van de Kadasterfunctionaris in de projecten van landmeter-deskundige in ingenieur van het Kadaster . Ik was zo'n ingenieur in diverse projecten in Gelderland en Utrecht. Bij mijn kennismaking met het Utrechtse project Eemland kreeg ik een lesje in natuurontwikkeling. Als stadse jongen dacht ik bij natuur aan bos en heide, terwijl ik in Eemland alleen maar weiland zag. Maar er was weiland voor de boeren en weiland voor de vogels. Nu, vele jaren later, kun je aan het grasland wel verschil zien. Het weidevogelgebied is drassiger, heeft hoger gras en er is een grotere diversiteit in de gras- en plantensoorten. En daardoor zitten er veel meer vogels.
De afgelopen tien jaar was mijn betrokkenheid bij landinrichting minder intensief. Er is veel veranderd in die tijd. De Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG), veel meer nadruk op vrijwillige verkaveling, decentralisatie van rijk naar provincies, het einde van de Dienst Landelijk Gebied, kleinere projecten en veel minder ingrepen in het terrein. Maar wat gebleven is, is het ruilen van grond om een gebied beter geschikt te maken voor zijn functies. Het aandachtsgebied is daarbij zelfs uitgebreid naar de stad. En dat doet mij dan weer denken aan mijn studietijd. Professor Van Schilfgaarde was een ware pleitbezorger van stedelijke herverkaveling. Na wat proefnemingen rondom de Groningse Folkingestraat is het ruim 30 jaar stil gebleven rondom dit instrument. Maar zaken als winkel- en kantorenleegstand hebben stedelijke herverkaveling weer helemaal terug op de kaart gezet.
Mijn hele leven tot nu toe heb ik in de stad gewoond. En nu komt zelfs de herverkaveling naar de stad.
|